Bij ‘lente’ denk je aan een teer groene waas over de bomen, zwellende knoppen, de eerste eendenkuikentjes in
de sloot en huppelende lammetjes in de wei. Als de natuur weer tot leven komt, is dat een feest op zich.
De winter is voorbij en we verheugen ons op het langere daglicht, de warmte van de zon, de mooie voorjaarskleuren
en het jonge leven… Het leven kan weer verder gaan.

Van Palmpasen tot Pasen
Pasen is een echt lentefeest, dat gaat over de vernieuwing van het leven.
Dit feest begint met Palmpasen en eindigt een week later op Palmzondag.
Pasen valt op de eerste zondag na de eerste volle maan in de lente.
Dit samenspel van kosmische krachten maakt dat Pasen elk jaar op een andere datum valt.

Palmpasen
De zondag voor Pasen noemen we Palmzondag. In de Christelijke kerk wordt de intocht van Jezus in Jeruzalem herdacht.

Met Palmpasen maken de jongste kinderen een palmpaasstok.
De feestelijk versierde stokken zijn een teken van de lente en verwijzen naar de palmtakken,
waarmee Jezus Jeruzalem binnen gehaald werd,
de linten ritselen en waaien in de lentewind.
De ketting van gedroogde vruchtjes verwijst naar de natuur die weer tot leven komt, de eieren naar het ogenschijnlijke dode,
waar toch leven in zit en de takjes buxus herinneren ons aan de eeuwige levenskrachten.
De versierde hoepel symboliseert de zon.
En boven op de stok staat een trots broodhaantje, de haan die kraait bij het eerste licht van de opkomende zon en de mensen wekt.

Het feest van Pasen
Pasen is het feest van de opstanding.
Al in de voorchristelijke tijd waren het ei en de haas lentesymbolen.
Het ei verwijst naar het nieuwe leven; de ronde vorm geeft aan dat het leven geen begin of einde kent, maar altijd doorgaat.
De haas is een heel kwetsbaar dier, een echt prooidier dat door andere dieren gegeten wordt.
Hij verdedigt zich voornamelijk door zijn grote vruchtbaarheid. De haas staat voor de levenskracht van de plantenwereld,
die zichzelf onbaatzuchtig wegschenkt als voedsel voor dier en mens.

 

Als paasei en paashaas zijn het ei en de haas ook bij de symboliek rond het paasfeest gaan horen.
Ze laten namelijk iets zien van de essentie van Pasen. Het kuikentje moet, om verder te kunnen leven,
eerst door een schaal van dode kalksteen breken.
Van de haas wordt gezegd dat hij de plaats inneemt van een door jagers achtervolgde soortgenoot.
De achtervolgde haas kan op adem komen doordat een ander zich voor hem offert: dat maakt de haas tot Christussymbool.

 

Op school gaan de kinderen de eieren (het nieuwe leven) zoeken, waaronder ook een Gouden Ei (het zonnegoud), die de Paashaas verstopt heeft.

Als dat ei gevonden is, wordt het ceremonieel weer in de aarde geborgen, zodat het zonnegoud de wortelkindjes kan verwarmen
en Moeder Aarde haar bloemenkindjes weer naar boven kan sturen in vers gestreken ‘kleertjes’.
Dan kan alles weer gaan groeien en bloeien en zich opmaken voor het Pinksterfeest over 50 dagen.

 Herma Dennekamp.