De dagen worden steeds korter, het licht buiten wordt steeds schaarser. We zijn op weg naar de langste nacht. In deze donkere tijd word je als mens teruggeworpen op jezelf, op je eigen innerlijk licht. Wanneer je niet meer wordt afgeleid door wat er zich buiten je afspeelt, moet je je wel met de binnenkant gaan bezighouden. Wanneer je niets meer kunt zien (duisternis) en horen (stilte) rest je niet veel meer dan voelen.

Sint Michael heeft ons de moed en kracht gegeven om ons staande te houden in dit donkere jaargetijde en onze eigen ‘drakerigheden’ te temmen. Sint Maarten leerde ons om te delen. Als je innerlijk alles weggeeft, kun je als mens niet meer goed functioneren. Iedereen moet een deel zelf houden en zal dan merken dat dat deel weer heel, zo niet groter, wordt. Hierdoor kun je uiteindelijk steeds weer en steeds meer schenken. En als ontvanger zul je zelf ook moeten bijdragen: door je eigen innerlijke activiteit te ontplooien kun je de andere helft laten groeien.

Vier zondagen voor Kerstmis begint de Adventstijd. Advent is de tijd van bezinning, de tijd van voorbereiding en hoopvolle verwachting. We staan open voor wat komen gaat: het grote lichtfeest, het Kerstfeest, de geboorte van het Jezuskind, de lichtbrenger in de diepe duisternis. Terwijl het buiten kouder en steeds vroeger donker wordt, wordt het binnen elke week lichter naar mate er één, twee, drie of vier kaarsen branden in de adventskrans. Dit ‘groeiend’ kaarslicht staat symbool voor het innerlijk licht dat het aardedonker kan overwinnen. Met de geboorte van het Kerstkind is dat innerlijk licht op aarde gekomen, om te groeien in ons.

De adventstijd vraagt van ons om innerlijk stil te worden en ons voor te bereiden op het kerstkind en dit een plek te geven, middenin de hectiek van ons dagelijkse leven, in de tumult van het sinterklaasfeest en in de drukte van alle kerstvoorbereidingen.

Op school vieren we advent door een adventstuin te maken. Dennengroen ligt in de vorm van een spiraal en binnenin brandt het licht (in de vorm van een kaars). Door de adventstuin te lopen, maak je de beweging naar binnen, naar het licht waaraan je je kaarsje mag aansteken.

Herma Dennekamp.